Vooroordelen zijn aangeleerd, niet aangeboren*

Joger de Jong
30 augustus 2017

Het betekent dat ik dan ook in deze column moet ophouden te schrijven over ‘samenleving’ en over ‘we’, maar dat ik het over ‘mij’ en ‘ik’ moet hebben.

Het is elke keer weer een schok geconfronteerd te worden met (zelfs kleine) kinderen

die alle (voor)oordelen blijken te hebben waar wij als volwassenen van vinden dat we ze niet (meer) zouden moeten hebben en proberen er vanaf te komen met elkaar. Dat overkwam me ook weer bij het zien van de documentaire “Wit is ook een kleur” (in een experiment geven 75% van de kleuters aan dat witte poppen het slimst zijn).

 

Blijkbaar dragen wij als samenleving impliciet bij aan een klimaat waarin deze opvattingen toch gedijen en zonder dat we het bewust willen, overgaan naar de volgende generatie.

Ik ga ervan uit dat we dat niet willen. Overigens is dat nog iets anders dan dat we erop aangesproken en geconfronteerd mee willen worden dat we er toch aan mee werken. Kijk maar naar de emoties die de discussie over Zwarte Piet en over wel of geen standbeeld van Michiel de Ruyter, oproepen.

 

Maar nogmaals als we onze vooroordelen niet over willen dragen aan de volgende generatie, wat zouden we dan kunnen/moeten doen of laten om die beweging te keren?

Eén ding weten we zeker: wat we ook doen, er is geen garantie op succes, maar als we niets doen verandert er zeker niets!

 

Het begint volgens mij door niet langer de verantwoordelijkheid voor veranderingen weg te delegeren naar de samenleving, het onderwijs, de media, de politiek of willekeurig welk ander gremium dan ook. Het begint met te erkennen dat jijzelf iets moet doen of laten en te erkennen dat wat jij doet, hoe klein het misschien ook lijkt, er wel degelijk toe doet. De verandering begint bij jezelf en daarmee kun je ook een voorbeeld zijn voor een ander. Vooral als bestuurder heb je een prachtig podium en een krachtige positie die je kunt benutten door richting te geven en ruimte te bieden.

 

Het betekent dat ik dan ook in deze column moet ophouden te schrijven over ‘samenleving’ en over ‘we’, maar dat ik het over ‘mij’ en ‘ik’ moet hebben.

 

Wat doe ik, hoe gedraag ik me, wat zeg ik; kijk ik zo nu en dan in de spiegel en stel ik me expliciet de vraag; voel ik me senang bij hoe het gaat en zo nee zoek ik dan naar de reden? Steek ik mijn nek uit, maak ik een statement? Het eerlijke antwoord is: soms, maar veel minder dan ik zou moeten/kunnen doen. Waarbij ik natuurlijk een hele reeks van verklaringen en excuses heb die dat gedrag kunnen rechtvaardigen. Maar het is en blijft niet goed voelen.

 

Terwijl het statement van mijn moeder dat zij geen onderscheid wilde maken in de behandeling van zonen en dochters, me nog steeds bijgebleven is. Een voorbeeld dat ik koester; een opvatting die me ook veel heeft gebracht in mijn maatschappelijke carrière en mede daarom nog steeds een heel krachtig kompas voor me is. Als ik me naar dit voorbeeld gedraag, word ik op mijn beurt ook weer een voorbeeld voor anderen; en zij op hun beurt ook weer.

Zouden we niet allemaal ergens zo’n voorbeeld paraat hebben? En zo niet, zouden we dan daar niet naar op zoek kunnen gaan?

 

Ik denk dat we allemaal meerdere voorbeelden kunnen vinden die als een krachtig kompas voor ons kunnen zijn. Dàt is ook verantwoordelijkheid nemen.

 

Door voortdurend met elkaar en voor elkaar als voorbeeld te zijn, scheppen we, staand midden in de samenleving, een andere samenleving en zorgen we ervoor dat we het goede en gewenste aanleren en verder laten groeien.

 

 

Joger de Jong

Voorzitter Divers Den Haag

Voormalig lid Raad van Bestuur Xtra


* vrij naar Nelson Mandela


gerelateerde artikelen